· 

Fasering en verantwoordelijkheid

Sleutelwoorden voor het trainen en beleren van paarden

 

Met fasering bedoel ik het aanbrengen van stappen in een proces. Hiermee geef je het paard een keuze. Hieronder schets ik het voorbeeld in het aanleren van zijwaarts.

Fase 1:

Stel, ik wil een paard zijwaarts laten lopen. Dan begint deze oefening met een gedachte van mij. Deze gedachten is fase 1. Als we iets bedenken in ons hoofd, heeft dit direct invloed op wat we uitzenden met ons lichaam (lichaamstaal). Het geeft het eerste teken door aan het paard, dat er iets gaat gebeuren. Krijg je hierop nog geen antwoord? Dan is deze fase de voorbereiding op de volgende fase.

Fase 2:

In deze fase vind ik het belangrijk dat je hetgeen wat je van je paard wilt gaan vragen, voordoet/richting geeft met je eigen lichaam. In het geval van zijwaarts, is het dus belangrijk dat je je eigen lichaam stelt in de zijwaartse positie. Dit betekent dat je jouw eigen balans gaat verplaatsen (van kruin tot teen). Zo modeleer je het inzetten van de vraag. Je geeft het paard de mogelijkheid antwoord te geven en mee te gaan in de beweging. Krijg je nog geen antwoord? Dan is deze fase weer de voorbereiding op de volgende fase.
Fase 3:
Het geven van hulpen is belangrijk in deze fase. Je hebt het paard voorbereid met je gedachten en balans. Je kunt in deze fase je been aanleggen om het paard te laten wijken voor de druk. Een aandachtspunt is wel dat je beenhulp alleen invloed heeft op het verplaatsen van een been dat van de grond is. Het zijwaarts gaan is niet alleen een zijwaartse beweging maar ook voorwaarts. Dus als het binnenbeen van je paard van de grond is kan je met het aanleggen van je been, in het ritme van de gang, je vraag verduidelijken. Krijg je antwoord? Beloon je paard en stop even met vragen. Krijg je geen antwoord dan ga je over naar de volgende fase.
Fase 4: 
In deze fase kun je gebruik maken van een externe hulp. In het voorbeeld van zijwaarts kan dit door een stokje/zweep/stick of uiteinde van je lijn te gebruiken. Hiermee kan je dan precies aanwijzen of aantikken van welk lichaamsdeel van het paard je een antwoord verwacht. Ik zie deze fase altijd als het verlengde van mijn ledematen. Go go gadget arm. ;)


Het herhalen van fasering in de hulpen geeft het paard de gelegenheid het goede antwoord te mogen geven. Geef vooraf aan iedere fase altijd de gelegenheid om het paard op fase 1 te kunnen laten reageren. Dit maakt dat het paard de link gaat leggen tussen de kleinste aanwijzing en wat je daar dan precies mee bedoelt. Daardoor krijg je een fijngevoelige afstemming en een prettige samenwerking, wat resulteert in een paard wat de verantwoordelijkheid neemt om te kunnen antwoorden op vragen en minimale hulpen. Daardoor gaan ze met je meewerken en meedenken. Ze zoeken met je mee naar het juiste antwoord op je vraag. Als je consequent bent en blijft in het vragen zal het paard snel begrijpen welk antwoord het kan geven. 

Als ruiter is het belangrijk te registreren en te reageren. Wat je ziet en wat je voelt is de sleutel tot het vervolgen van de fasering. Want zodra het paard antwoord heeft gegeven, stop je met vragen.
Het aanleren van oefeningen heeft tijd nodig. Het kan zijn dat het paard niet direct het goede antwoord geeft maar wel een poging doet! Beloon de pogingen van je paard, dit vergroot het zelfvertrouwen. Vraag daarna opnieuw totdat het paard het juiste antwoord heeft gegeven en beloon deze uitbundig. Dit kan bijvoorbeeld met een aai, kriebel of iets lekkers.